Lezingen: Maleachi 3, 19-20a; 2 Thessalonicenzen 3, 7-13; Lucas 21,5-19.
Er zijn, beste mensen, berichten en gebeurtenissen, die we niet graag horen. Ze beantwoorden niet aan ons verlangen naar een goed leven in welzijn. We rijgen graag de dagen in tevredenheid en geluk aan elkaar. Materieel gezien lukt dat ook aan een groot aantal mensen in ons land, maar lang niet iedereen. Maar niet alles maakt ons gelukkig. Lichamelijk en ook geestelijk kan er van alles mankeren. Diep in ons hart kan er leed zijn, soms veel leed. De oorzaken kunnen binnen ons liggen, maar ook buiten ons. Er kunnen gebeurtenissen zijn waarvoor we zelf verantwoordelijk zijn, zoals relatie-, werk- of milieuproblemen, die we momenteel meemaken; maar ook gebeurtenissen die ons overkomen en waar we weinig aan kunnen doen. Denken we in het laatste geval maar aan mensen die te maken hebben met natuurrampen, in oorlogsgebieden wonen, of in landen van armoede Denken we ook aan kansarmen in onze eigen samenleving.
Menigeen in ons land zal momenteel de wenkbrauwen fronsen bij wat er bij ons, maatschappelijk en politiek, aan de hand is omtrent ons leefklimaat (stikstofuitstoot, p-fas); de toekomst van de landbouw; van de bouw en het grondverzet; van de winkeliers in binnensteden en dorpen. Brengen we door onze manier van doen de toekomst van onze aarde en bewoners in gevaar? Hebben we ons teveel gepermitteerd, de aarde teveel uitgebuit en belast? Moeten we er rekening mee moeten houden dat het leven op aarde stééds gevaar loopt door oorzaken van buiten als aardbevingen en tsunami’s, maar ook door ons eigen toedoen? Draagt zulk een dreiging ertoe bij, dat we ons meer gaan bezinnen op onze verantwoordelijkheid en ons gedrag en dat we ons daarnaar gaan gedragen?
Ook van de verhalen van vandaag uit de H. Schrift worden we niet vrolijk. Ook die signaleren dreiging. Ook gelovige mensen zijn niet gevrijwaard van dreigingen die alle mensen treffen en gelovigen soms in het bijzonder. Het beleven van het geloof kan aanleiding zijn tot herrie en vervolging bij degenen die dat niet zint. Er zijn in de loop van de mensengeschiedenis heel wat godsdienstoorlogen gevoerd. Ook nu nog vinden wereldwijd aanvallen plaats op aanhangers van godsdiensten, op kerken, synagogen en moskeeën. Binnen de godsdiensten zijn er altijd richtingen, die het eigen systeem het alleenrecht op aarde willen geven. Ze missen tolerantie. Ze staan los van de vraag of en hoe vrij de eigen godsdienst mensen maakt voor de liefde tot de ander. Gelukkig hebben we aan onze kant van de wereld godsdienstvrijheid. Wel is het bij ons langzamerhand zo, dat wat meewarig gekeken wordt naar degenen die ervoor uitkomen christen te zijn en mee te doen aan kerkelijke vieringen. ‘Gelovig zijn is toch niet meer van onze tijd. We maken zelf wel uit hoe we leven’.
Wat er ook van zij, er zullen zich altijd dreigingen voordoen van verschillende aard, levensbedreigingen; welvaartsbedreigingen door handelsconflicten, crisissen in economische systemen; vrijheidsbedreigingen door dictatoriale politieke en godsdienstige systemen.
We worden in de verhalen van de H. Schrift vandaag aangespoord om, bij wat ons ook overkomt, standvastig te blijven; het geloof en het vertrouwen te bewaren; te werken aan een betere omgang met elkaar en met de aarde die ons is toevertrouwd; en te hopen op Gods barmhartigheid, die ons niet laat vallen en ons uiteindelijk zal redden. Amen. AR.
INKLEDING VAN CLAIRE LEMMENS als misdienaar in de kerk van Eys op 17 november 2019.
In de parochiekerk van Matran, 6 km zuidelijk van het Zwitserse Fribourg, waar mijn medebroeders wonen, was ik getuige van de installatie van een drietal misdienaars. Dat sprak me aan. Meestal beginnen na een tijd van voorbereiding nieuwe misdienaars hun dienst en worden ze door de dienstdoende voorganger welkom geheten. Dat is het dan. Maar aan dat begin mag gerust wat meer aandacht worden besteed want misdienaars vertegenwoordigen u allen aan het altaar. Ik ga eerst vragen:
Hoe heet je?
Wie zijn je ouders?
Heb je nog broertjes en/of zusjes?
Welke klas op school zit je?
Hoe ben je ertoe gekomen om misdienaar te worden?
Wie heeft je het misdienen geleerd?
Je gaat aanstonds meedoen, maar eerst gaan we je de misdienaars kleren aandoen een toog (nu rood; over een paar weken tijdens de advent: paars) en over het toogje heen een witte superplie.
Dan bidden we: Goede God moge het Claire gegeven zijn als misdienaar haar bijdrage te leveren aan onze vieringen en de voorgangers bij te staan.
En gekleed met deze misdienaars kleding nemen we je mee naar het altaar en kun je voortaan met ons meedoen tot eer van God en het ondersteunen van de aandacht van de mensen.
Applaus voor Claire