Lezingen: Jesaja 49, 3, 5-6; 1 Korintiërs 1, 1-3; Johannes 1, 29-34
Zo te zien en te beluisteren in de media neemt onder mensen de verwarring toe. Er zijn crises van verschillende aard. Er leven vragen als: waar vinden we houvast? Van wie kun je op aan voor zekerheid en veiligheid van leven? Wie kun je vertrouwen? Wat is waar? Men constateert polarisatie: ‘ben je de discussie aan het winnen, maar elkaar aan het verliezen?’ Men constateert een toenemende kloof tussen rijk en arm; toenemende tegenstellingen; spanningen tussen belangengroeperingen, tussen politieke partijen, tussen politiek en volk. Ook binnen gezinnen zouden de spanningen toenemen. Instinctmatig gedrag zou het winnen van redelijkheid. Nu is verschil van mening van alle tijden. Zijn tegenstellingen per se slecht? Een Frans spreekwoord zegt, dat uit ‘de confrontatie van tegengestelde meningen waarheid voortkomt’. Om vervreemding van elkaar tegen te gaan is een respectvolle dialoog met elkaar van belang. Van belang is daarbij nog een gemeenschappelijk uitgangspunt waarover we het eens zijn bij ons gesprek met elkaar; een gezamenlijke kijk op wat goed, schoon is en waar, waarop iedereen zich kan/wil richten? De huidige verwarring zou te wijten zijn aan het gebrek aan uitgangspunten waar we het over eens zijn. Ieder van ons wordt bezig gehouden door zorg voor eigen leven en belang. Individuele vrijheid, onafhankelijkheid, zelf kunnen inrichten van het leven zijn daarin van betekenis. Het is eigen aan democratie, een vorm van leven met elkaar. Naar die vrijheid op korte termijn verlangen, bijvoorbeeld, veel Oekraïense vluchtelingen. Ze willen als vrije mensen naar eigen land en leven terug keren. In de Bijbelverhalen verlangden de ballingen in Babylon terug te keren naar hun eigen land; de slaven in Egypte gaan op weg naar de vrijheid, die ze zouden krijgen in een eigen, ‘beloofd land’. Europa heeft momenteel zorg voor het behoud van zijn vrijheid in een open en democratische samenleving. Men bespeurt daarbij de druk van anders geregeerde landen als Rusland en China; men bespeurt bij ons intern ook stromingen, die in plaats van een open samenleving ‘eigen volk eerst’ nastreven.
Als christenen leven we midden in de wereld van nu. De vraag is of en wat we als christenen kunnen betekenen in deze, onze kleine wereld van alledag en de grote wereld verder om ons heen. Voor de geschiedenis, die wij nu hier en nu doormaken gaan we te rade in de geschiedenis van God met zijn volk en van het volk met zijn God in vroeger tijd. Eigen aan die geschiedenis is dat het volk niet in zichzelf is opgesloten, maar naar buiten kijkt, in de ene God gelooft die de Schepping in het leven heeft geroepen; een God die voortdurend met zijn mensen bezig is en hen Zijn idee voorhoudt van een ‘betere wereld voor iedereen’, zonder kwaad en met volop leven.
We zien in de lezingen van vandaag hoe binnen dat volk leidinggevende mensen in Godsnaam het belang van allen voor ogen hebben: ‘het volk van God’ maar ook de zogenoemde heidenen, alle mensen dus zulk een leidinggevende is in de eerste lezing de profeet Jesaja, die het godsvolk na de ballingschap terug in eigen land moet brengen en daarmee ook terug moet brengen tot God. Maar hij (met zijn volk) moet ook ‘een licht zijn ook voor de zogenoemde ‘heidenen’. De leidinggevende in de Evangelielezing van vandaag is Jezus Christus, Mensenzoon en GodsZoon, die ‘de zonden van de wereld wegneemt’ . Beide profeten van betekenis, dus, voor de concrete wereld waarin ze leven en voor het heil van allen. We weten allemaal, dat Jezus zijn ‘zending’ overdraagt op zijn volgelingen: ”Gaat en onderwijst en maakt allen tot mijn leerlingen”. Het gaat daarbij niet op macht omwille van de macht, maar om het heil van de wereld.
Het stelt ons voor de vraag naar de betekenis van ons geloof in God voor de wereld waarin wij nú leven? Onze geloofsgemeenschappen hebben een moeilijke periode achter de rug t.g.v. onder andere de misbruikaffaires. Ook binnen de kerk blijft de mogelijkheid van ontrouw en kwaad. Maar onze ‘boodschap’ heeft het heil van alle mensen op het oog.
Gezien de in de wereld aanwezige verwarring, onzekerheid en het wantrouwen, zouden we als christenen, gelovend in Gods barmhartige liefde en gelovend in naastenliefde als kracht om tegenstellingen te overwinnen, een nieuwe start moeten maken, trouw aan onze opdracht in Godsnaam in onze wereld een teken van liefde te zijn, van aandacht, begrip, barmhartigheid, mededogen en vergeving.
Emeritus pastoor Reijnen.