Skip to main content
Preken

1 juni: Pinksteren (maandag) 2020.

By 1 juni 2020No Comments

Lezingen: Handelingen 2, 1-11; 1 Korintiërs 12, 3b-7.12-13; Johannes 20, 19-23

Met name in tijden van vreugde en verdriet zoeken mensen ten teken van meeleven elkaar graag op. Daarom doet momenteel de anderhalve meter norm zo onnatuurlijk aan. Met Pinksteren, vijftig dagen na Jezus’ dood was de situatie nog ouderwets normaal. De leerlingen hadden de executie van hun leermeester meegemaakt. Met Pasen werd hen door verschillende vrouwen, die Jezus hadden willen balsemen, het bericht gebracht, dat het graf leeg was en dat Hij leefde. Petrus en Johannes waren zelf gaan kijken en zagen dat het graf inderdaad leeg was. Jezus had voor zijn dood verschillende keren erop gewezen, dat hij op de derde dag na zijn  dood zou ‘opstaan’.  In de dagen van Pasen hadden de leerlingen in verschillende samenstelling de ervaring gehad dat Jezus in hun midden kwam: de leerlingen op weg naar Emmaüs, leerlingen met en zonder Thomas erbij. Bovendien had Jezus aan zijn volgelingen beloofd dat Hij hen een Helper-Geest zou sturen, di bij hen zou blijven en hen alles in herinnering zou brengen wat Hij hen had verteld. Het was menigmaal gegaan over zijn en hun band met God, door Hem ‘Onze Vader’ genoemd. Die Geest zou hen helpen te leven in navolging  van Jezus zelf, te leven zoals Hij.

Evengoed waren de leerlingen, bijeen met Jezus’ moeder Maria, bang voor de tegenstanders van Jezus die met het wispelturige volk Hem om het leven hadden gebracht. Ze hielden de deuren van hun verblijf gesloten.

Daar kwam op Pinksterdag een einde aan. Onder impuls van de H. Geest, die als een stormwind over hen een kwam, verdween hun angst als sneeuw voor de zon. Hun geloof in Jezus brak door de angst heen. Een sterke behoefte om de mensen te vertellen hoe belangrijk en heilzaam  Jezus’ Goede Tijding voor hen allen is, maakte zich van de leerlingen meester. Petrus, die Jezus eerder bij Pilatus had verloochend en in de steek gelaten, was nu ineens de sterke man die namens alle leerlingen naar voren trad en onverschrokken zijn geloof tot uiting bracht. Wonderlijk toch….Het was het begin. Sindsdien is de Goede Tijding  (Evangelie) te horen geweest in ongeveer alle culturen en volken. Overal in de eigen taal. Daar werd en wordt voor gezorgd. Nog steeds brengen christenen het evangelie in woord en gedrag als boodschap, die mensen heel maakt. De reacties zijn zoals in Jezus’ tijd verschillend. Er zijn mensen, die het Evangelie aannemen en in de beleving ervan de vruchten ondervinden, met name een grote innerlijke vrijheid voor een liefdevol gedrag; er zullen ook mensen zijn, die Jezus en zijn goede tijding om een of andere reden niet aannemen. Desondanks  is ons de Gods Geest geschonken als een helper, die in alle ups en downs in ons particuliere leve maar ook door de geschiedenis heen aanwezig blijft. Iedere keer kunnen we hem aanwezig geloven waar het goede gebeurt, waar de liefde aan het licht komt, waar wij ook in coronatijd aandachtig en zorgvuldig met elkaar omgaan. Blijven we bidden tot de Geest:

‘Verlicht ons duistere verstand, geef dat ons hart van lief brandt, en dat ons zwakke lichaam leeft vanuit de kracht die Gij het geeft. Gezegende Pinksterdagen. AR