Skip to main content
Preken

1-12-2019: 1e zondag v.d. Advent.

By 2 december 2019december 6th, 2019No Comments

Lezingen: Jesaja 2, 1-5; Romeinen 13, 11-14; Matteüs 24, 37-44.

We leven  momenteel in een wat turbulente tijd. Er is veel onrust in het land. Het lijkt erop, dat we lang onze gang hebben kunnen gaan wat betreft het gebruik van de aarde en dat we niet in de gaten hebben gehad wat dat voor gevolgen had voor leven en leefklimaat. We hebben gediend wat we als vooruitgang en gemak beschouwden, maar de bijwerkingen lagen niet on ons blikveld. En nu zitten we met de gebakken peren: stikstof, pfas, bodem- en luchtvervuiling en plotseling rinkelen de alarmbellen en moeten automobilisten/hardrijders, de bouw en de boeren stappen terugdoen. Zijn we in het verleden te weinig waakzaam geweest en hebben belangen een rol gespeeld bij het niet zien of willen zien van de neveneffecten? Al wat langer is er onrust over energiecentrales die op fossiele brandstoffen of atoomkracht draaien. Ondanks reacties dat het allemaal wel meevalt en dat werk en broodwinning van heel veel mensen niet in gevaar mag komen, blijft de onrust. Ook op andere terreinen is er onrust. Er zijn te weinig leerkrachten, te weinig mensen voor de zorg, voor de jeugdhulpverlening, psychiatrische begeleiding. Vrijdag j.l. werd tijdens een symposium in Wittem over ‘Onderwijs in Limburg’ gewezen op de overwaardering van het hoger onderwijs en een gebrek aan waardering voor het middelbaar en lager beroepsonderwijs. Het hangt waarschijnlijk samen met de kloof in beloning tussen hoger opgeleiden en werkers met handen en hoofd. Het lijkt erop, dat men almaar meer wil en hogerop en te weinig oog heef voor iemands werkelijke capaciteiten. Nog een bron van onrust: men hoeft tegenwoordig niet meer naar de winkel en kan digitaal kopen, maar als het artikel niet bevalt en men het terugstuurt heeft men menigmaal het geld nog niet terug. Ook dat zorgt weer voor onrust en ergernis. Er is m.a.w. onrust, omdat wat er werkelijk aan het gebeuren is vaak aan onze waarneming voorbij gaat en niet beantwoordt  aan wat we ervan verlangden of waarnaar we uitzien.  We gaan eens kijken naar de lezingen, om te zien wat we ervan kunnen leren.
Het gaat in de lezingen uit de H. Schrift over aangelegenheden van het leven. De profeet Jesaja heeft het over waar mensen naar uitzien:  eensgezindheid, een vredig samen leven een samen optrekken van allerlei verschillende volken naar de heilige stad Jeruzalem  in  gezamenlijke erkenning van de ene God. Mensen komen er tot hun recht.
Geen godsdiensttwisten meer, maar eensgezindheid.  Met als gevolg dat ook geen oorlogstuig gefabriceerd hoeft te worden, maar alleen machinerie die nodig is voor de voedselvoorziening  Een verlangen dus, een perspectief. Naar de verwerkelijking waarvan kunnen  mensen uitzien, vooral degenen, die in gebieden van oorlog en armoede leven.
De Evangelielezing spoort ons aan tot waakzaamheid.
Die waakzaamheid  krijgt dan ook nog een eigen richting, nl. de komst van de Heer. Waar duidt dat op?  We zouden altijd in ons innerlijk, in ons hart ruimte moeten houden voor de werking van Gods Geest in ons bij alle onrust zoals zojuist omschreven. Er zou ruimte moeten blijven voor goede gedachten, voor daden van goedheid voor onze medemensen. We zouden ons leven niet moeten laten  overwoekeren door de zorg en de onrust van alledag waardoor er geen ruimte meer is voor stilte, voor bezinning en gebed.  Als ons bestaan alleen maar gaat over ‘eten en drinken, huwen en ten huwelijk geven’(woorden uit het Evangelie), over werk, vertier, vakantie (woorden van nu), kan God  uit ons leven verdwijnen, Het Evangelie waarschuw ons om daarvoor, omdat we dan niet meer in de gaten hebben hoe het werkelijk met ons innerlijk gesteld is. Ook dat kan ons ongerust maken. Geen oog meer hebben voor God als de altijd komende in het ,leven van degenen die voor Hem open staan. De voorbereiding op Kerstmis, Gods komst, Gods menswording onder ons, biedt ons de mogelijkheid daarmee bezig te zijn. Moge daarvoor ruimte in ons zijn.  Amen.